Omdat golf veel spelsituaties kent, zijn er veel verschillende golfregels. Golf is regeltechnisch best ingewikkeld, maar dat hoeft je spelplezier niet in de weg te staan. De basiskennis van de golfregels is voldoende om op een veilige, sociale en eerlijke manier te kunnen spelen. De regels bestaan uit regels die het gedrag van de spelers op de baan controleren (etiquetteregels) en regels met betrekking tot het spelen van het spel (golfregels). Zoals gezegd zijn er erg veel verschillende golfregels, op deze pagina laten we zien welke regels je in ieder geval hoort te weten. In het boek ‘golfregels voor startende golfers’ of ‘spelerseditie van de golfregels’ kun je nog meer informatie vinden over alle golfregels.

Etiquetteregels

Reserveer een starttijd of meld je in het clubhuis voor je ronde
Als je greenfeespeler bent, is het verplicht om te reserveren en je bij aankomst op de golfbaan te melden bij de receptie of in het clubhuis. Op veel banen is het reserveren van een starttijd mogelijk via de website, het is gewenst om voorafgaand aan je ronde te betalen. Als je lid bent op een golfbaan is het vaak verplicht om te reserveren maar niet om je te melden bij aankomst. Reserveren is (zeker in deze tijd waarin golf steeds populairder wordt) bijna op alle banen verplicht of sterk aan te raden.

Zorg voor geschikte golfkleding
Er zijn op golfbanen steeds minder regels wat betreft kleding, vaak geldt als enige voorschrift dat het gewenst is om een andere broek te dragen dan een spijkerbroek met daarboven een polo of sportshirt. Daarbij is het van belang dat je schoenen met vlakke zolen draagt, dus geen hakken of schoenen met grof profiel. Als je wat verder bent met golfen kun je eens kijken naar het aanschaffen van eigen golfschoenen. De kledingvoorschriften verschillen per golfbaan, kijk voor je golfronde even op de website van de baan die je gaat bezoeken.

Heb respect voor de baan, materialen en andere spelers
Dit klinkt erg logisch maar wordt nogal eens vergeten. Bedenk altijd dat iedereen voor zijn of haar plezier op de golfbaan loopt. Het is gebruikelijk om mede golfers te groeten als je ze tegenkomt op de baan. Houd er ook rekening mee dat je nooit schade maakt aan de baan of materialen van jezelf of van een ander. Dit wil zeggen dat je altijd je weggeslagen plag terug plaatst en aanstampt, je pitch-mark herstelt en niet met de vlaggen of ander materiaal gooit.

Regels bij het afslaan vanaf de tee
Op en rond de tee gelden een aantal ongeschreven regels. Wacht met afslaan tot de hole vrij is, of je de flight voor je niet meer kunt raken. Kies een veilige plek om te gaan staan, dit is tegenover degene die afslaat maar achter de bal. Maak een oefenswing naast de tee en niet te dicht in de buurt van je medespelers. Zorg ervoor dat je stil bent als een medespeler aan het slaan is. Kijk altijd de bal van je medespeler na, dit helpt bij het gemakkelijk terugvinden van de bal. Sla je een tee stuk? Gooi hem in de prullenbak.

Het lopen van een hole
Als iedereen heeft afgeslagen dan loop je naar de dichtstbijzijnde bal, degene die nog het verst moet slaan naar de hole slaat als eerst. Op die manier blijft iedereen achter de bal. Is de bal niet direct zichtbaar? Zoek dan samen (niet langer dan 3 minuten). Denk tijdens de tocht naar je eigen bal alvast na over welke club je wilt gebruiken met je volgende slag*. Als je bij de green bent zet je de tas alvast in de richting van de volgende tee, loop nooit met je tas/trolley over de green. Als je gaat putten dan mag de vlag uit de hole, dit hoeft niet. Als iedereen de hole heeft uitgespeeld dan zet je de vlag weer terug en loop je direct door naar de volgende tee.

*Aan de hand van de paaltjes aan de rand van de fairway herken je welke afstand je nog moet afleggen. Je kunt om de afstand in te schatten ook een golf app gebruiken op je smartwatch, er zijn zelfs speciale golfhorloges verkrijgbaar.

Hark de bunkers aan
Je slaat natuurlijk nooit een bal in de bunker, maar als dit onverhoopt toch eens gebeurt dan betreed je de bunker altijd via de lage kant. Hark altijd je voetsporen weg als je de bunker verlaat. Als je ziet dat iemand anders het is ‘vergeten’, hark dan dat gedeelte ook even aan.

Zorg voor een goede doorstroming
Op dagen met mooi weer is het vaak erg druk op de golfbaan. Om voor een goede doorstroming te zorgen is het gebruikelijk om snellere flights voor te laten gaan of te laten passeren. Wacht hier niet te lang mee, anders ontstaat er een opstopping achter jouw flight.
Kleine dingen dragen bij aan een goede doorstroming, houd je tas altijd dichtbij je zodat je niet hoeft terug te lopen naar je tas, zet je tas alvast in de richting van de volgende hole bij de green, hark voor elkaar de bunker aan, noteer de score op de volgende hole etc. zorg er ‘gewoon’ voor dat je niet te lang treuzelt.

Voorkom ergernissen
Een ronde golfen kan erg gezellig zijn maar ook erg frustrerend, houd je aan de etiquetteregels om ergernissen te voorkomen. De grootste ergernissen zijn gemakkelijk te voorkomen door je gezonde verstand te gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan niet bellen op de baan, baanpersoneel heeft altijd voorrang en loop niet in elkaars puttinglijn. We hebben de grootste ergernissen op de golfbaan voor je op een rijtje gezet.

Belangrijkste golfregels

Veiligheid op de baan
Iedereen moet veilig op de baan kunnen lopen. Om hier voor te zorgen zijn vaak natuurlijke afscheidingen geplaatst. Waar dit niet het geval is, zie je vaak strategisch geplaatste hekken/netten. Toch kan het gebeuren dat de bal een kant op vliegt waar mensen lopen of staan. Om deze mensen te waarschuwen roep je FORE (flying object reaching earth). Als je zelf FORE hoort, kijk dan niet om je heen maar buk met je handen boven het hoofd. Je kunt zelf ook bijdragen aan het voorkomen van onveilige situaties door stil te staan als je langs mensen loopt die aan het slaan zijn, niet achter een green langs te lopen waar wordt gespeeld, voldoende afstand te bewaren tot je medespelers, elkaars bal goed in de gaten te houden etc.

Regels op de tee
Spreek voordat je naar de afslagplaats loopt af wie de score van wie noteert. De afslagplaats wordt gemarkeerd door twee teemarkers, de kleur van de tee marker geeft de moeilijkheid van de tee op die hole aan (makkelijk→moeilijk: oranje, rood, blauw, geel en wit). Je mag je bal op een tee leggen binnen twee stoklengtes achter de teemarkers. Zorg ervoor dat je bal duidelijk herkenbaar is voordat je gaat slaan, zet met een stift je initialen, een smiley of een andere markering op de bal. Als je de bal hebt geslagen en niet zeker weet of hij terug te vinden is of niet zeker weet of hij nog binnen de baan ligt, sla dan een provisionele bal.

Regels op de baan
Identificeren
Als je bal niet herkenbaar is omdat hij in het hoge gras ligt of onder de modder zit, dan mag je de bal gaan identificeren. Je doet dit door de bal te markeren, op te pakken en een klein stukje schoon te maken tot je hem herkend. Dit alles mag zonder strafslag of andere consequentie.

De green
Op de green gebruik je alleen de putter om te spelen. De vlag mag eruit, maar mag ook blijven staan. Er volgt geen straf als de vlag met de bal wordt geraakt wanneer je deze in de hole staat. De green is de enige plek op de baan waar je de bal mag markeren en opnemen. Je plaatst de marker achter de bal, neemt de bal op (je mag hem schoonmaken) om hem vervolgens terug te plaatsen voor de marker en te spelen. De bal van een medespeler die in je puttinglijn ligt kun je laten opnemen. Speel je met jouw bal tegen zijn/haar bal, dan krijg je 2 strafslagen.

Out of bounds
Buiten de baan wordt gemarkeerd met witte palen, ben je met je bal buiten de baan dan mag je niet verder spelen. Je gaat terug naar het punt waar je voor het laatst hebt geslagen (+1 strafslag) of je mag een bal droppen ter hoogte van de plek waar je buiten de baan ging (+2 strafslagen).

Verloren bal
Een bal is verloren wanneer je deze na 3 minuten nog niet hebt gevonden. Als dit het geval is dan ga je terug naar de plek waar je voor het laatst hebt geslagen om verder te gaan (+1 strafslag).

Onspeelbare bal
Een bal kan alleen onspeelbaar zijn als deze niet in een waterhindernis ligt (in een waterhindernis hanteer je de regels die verderop worden uitgelegd). Ligt je bal onspeelbaar tegen een boom of in een struik? Dan krijg je drie opties. De meeste gebruikte hiervan zijn: 1. Speel een nieuwe bal van de plek waar je voor het laatst sloeg. 2. Drop een bal binnen één clublengte van een punt op de rechte lijn achter de bal. (beide +1 strafslag)

Onspeelbare bal in de bunker
Een bal in de bunker kan bijvoorbeeld onspeelbaar zijn omdat hij onder het zand ligt, in de rand van de bunker is geboord of te dicht aan de rand van de bunker ligt. In dit geval krijg je vier opties. De meest gebruikte: speel een bal vanaf de plek waar je het laatst sloeg (+1 strafslag).

Waterhindernissen
Een bal in de waterhindernis komt op bijna iedere baan voor. Er zijn verschillende opties om eruit te komen, allereerst mag je de bal altijd spelen zoals hij ligt. Als je bal echt in het water ligt is dat niet mogelijk en ga je in de meeste gevallen: 1. terug naar de afslag of 2. een bal droppen achter of naast het punt waar de bal de grens van de hindernis het laatst heeft gekruist.

Losse obstakels en natuurlijke voorwerpen
Eigenlijk mogen alle losse obstakels en alle losse natuurlijke voorwerpen worden verplaatst als je er last van hebt met je slag of swing. Maar als je bal verrolt bij het verwijderen van blad of welk voorwerp dan ook, dan krijg je 1 strafslag. Zand en losse aarde worden niet gezien als losse natuurlijke voorwerpen en mogen dus beide niet worden weggehaald/weggeveegd, je krijgt hiervoor 2 strafslagen bij overtreding. Op de green mag zand wel worden weggehaald.

Vaste obstakels
Dit zijn obstakels die niet kunnen worden verplaatst of van nature niet op de baan thuishoren. Denk bijvoorbeeld aan hekwerk/netten, een schuilhut maar ook tijdelijk water door hevige regenval, gaten gemaakt door dieren en grond in bewerking (GUR). In al deze gevallen mag je de bal op een plek droppen vanwaar je een fatsoenlijke swing kunt maken. Het gaat hierbij expliciet om de swing en niet om de slag (dus het pad dat de bal aflegt). Het droppen van de bal doe je zo dicht mogelijk bij de plek waar je bal ligt, maar niet dichter naar de hole toe. Je hoeft hiervoor géén strafslag te tellen.

Markeringspaaltjes
De grens van de baan – wit
Waterhindernis – rood en geel
GUR – blauw
Verboden speelzone – blauw met groene kop
Afstand tot de hole – witte streep per 100 meter

Voor meer informatie over de golfregels verwijzen we je naar je eigen golfleraar. Ook zijn er verschillende sites waar je bijv. kunt oefenen voor het golfregelexamen of meer inzicht kunt krijgen in de golfregels en het ontstaan ervan.